Beleidsplan Westerlicht

 

Voorwoord
Dit beleidsplan is opgesteld tijdens de Coronacrisis. Deze crisis maakt duidelijk wat onze
gasten, die geconfronteerd zijn met kanker, al lang weten: Het leven is kwetsbaar en veel in
het leven is betrekkelijk. Dat eerste geldt ook voor de stichting Westerlicht, en het tweede
geldt ook voor beleidsplannen in de huidige onzekere tijd.
Wat Westerlicht betreft: de stichting is opgericht in 2021 en beoogt centra beschikbaar te
hebben voor de Zeeuwse bevolking met of na kanker, en hun naasten.
De stichting is hiermee de opvolger van de eerdere Palazzolihuizen, waarvan deactiviteiten
in 2022 feitelijk on hold werden gezet. Bij de start van de activiteiten van Westerlicht in
Middelburg, is een recent geopende faciliteit beschikbaar welke zich nog in de opstartfase
bevindt. Er zijn gevorderde plannen tot het openen van een vestiging op het eiland Tholen,
en bezien moet worden wat de meest levensvatbare aanpak is voor Zeeuws Vlaanderen,
waar tot heden huizen waren te Hulst en Oostburg. Onder Palazzoli was sprake van een
nauwelijks levensvatbare situatie met lage bezoekers aantallen, bij een bilocatie model.
Wat dit beleidsplan betreft: Gestreefd is naar een beleidsplan dat enerzijds de komende
jaren richtinggevend is en houvast biedt en anderzijds voldoende ruimte laat tot aanpassing
van het beleid aan veranderende omstandigheden. Daartoe worden alleen hoofdlijnen
geschetst.


Aart van Bochove,
Bestuursvoorzitter stichting Westerlicht,
Stichting Westerlicht in opbouw


Westerlicht is de nieuwe naam voor de “Centra voor leven met en na kanker” voor
patiënten en hun naasten. Tot heden werd deze zorgondersteuning in delen van Zeeland
aangeboden onder de naam Palazzolihuizen.
Het is onontkoombaar enige toelichting te geven op de positie van de stichting in relatie tot
de eerdere activiteiten van Palazzoli:
Binnen de stichting Palazzoli was sprake van slechts zeer beperkte restactiviteiten, er was
geen duidelijke relatie met de formele zorg. De presentatie naar de doelgroep, maar ook
naar overheden en sponsoren en andere ondersteuners maakte een gedateerde indruk.
Om een veelheid van redenen is gekozen voor een nieuwe structuur, een nieuwe naam en
presentatie, nieuwe (veelal online-) communicatie et cetera.
De uitgestrekte regio maakt hierbij het toepassen van moderne communicatiemedia (social
media, onlineverbindingen bij activiteiten) aantrekkelijk tot zelfs noodzakelijk. Dit mag
echter niet leiden tot bedreiging van fysiek ontmoeten en de daarbij behorende dynamiek
en interactie.
Na beëindigen van de activiteiten van Palazzoli is Westerlicht de natuurlijke opvolger.
Het bestuur heeft grotendeels zitting genomen in het bestuur van Westerlicht, waarna
uitbreiding volgde tot de huidige sterkte.
De recent opgerichte stichting Westerlicht verkeert in een aantal opzichten in de
opstartfase, in sommige opzichten wordt een doorstart gemaakt.

 

Achtergronden
Algemeen
Het geconfronteerd worden met de diagnose kanker heeft grote gevolgen voor lichaam en
geest. De existentiële dreiging maakt de gehele werkelijkheid radicaal anders, er spelen
grote onzekerheden over prognose en gevolgen van ziekte en behandeling, terwijl de vaak
ingrijpende therapieën (chirurgie, chemotherapie, radiotherapie etc.) hun weerslag hebben
op psychisch en fysiek functioneren. Stress en onzekerheid geven kans op eenzaamheid en
verminderde sociale participatie (Sinzer, 2018).
Ook familie, vrienden en verdere naasten hebben met de gevolgen te maken: “kanker heb je
niet alleen” is de bondige samenvatting van de invloed op partner, kinderen etc. etc.
De sociale omgeving keert sneller terug naar normaal dan dat de gevolgen van ziekte en
behandeling verdwijnen!
In deze verwarrende omstandigheden is er behoefte aan steun en informatie. Mensen willen
enerzijds hun verhaal kwijt, sommigen ontmoeten graag lotgenoten, of hebben behoefte
aan afleiding en verwerking in activiteiten. Sommigen zoeken verdere informatie op een
veelheid van terreinen.
Ontwikkelingen in regionaal perspectief: toenemende druk op kankerzorg
Forse toename van het aantal mensen met kanker
De werkgroep Monitoring van het KWF stelt in het rapport, “Kanker in Nederland, Trends en
prognoses tot 2020”, dat door dubbele vergrijzing, de vroege opsporing van kanker en
effectievere, vaak langdurigere, behandelingen het aantal mensen met en na kanker
aanzienlijk zal stijgen. De werkgroep verwacht dan ook een enorm toenemende druk op de
algehele kankerzorg.
In Zeeland zal deze druk, gegeven de demografische kenmerken, nog groter zijn.
Een aantal ontwikkelingen en regionale kenmerken zijn van belang voor het beleid van
Westerlicht in de komende jaren.
Allereerst demografische ontwikkelingen.
Er is de komende jaren sprake van een driedubbele vergrijzing in Zeeland.


Dat betekent dat;
1 het aantal ouderen toeneemt.
2 ouderen steeds ouder worden.
3 sprake is van een bevolkingskrimp.
Daardoor verwacht men dat dit effect hier nog sterker is. De verwachting is dat in 2025 25%
van de Zeeuwse bevolking 65-plusser is.

 

Eén op de drie mensen krijgt de diagnose kanker. Kanker treft vooral mensen op hogere
leeftijd: twee derde van alle patiënten is ouder dan 60 jaar op het moment dat de diagnose
wordt gesteld. Het is te verwachten dat het aantal mensen met kanker in Zeeland dus groot
zal zijn, en in verhouding groter dan in de rest van Nederland.
Medische ontwikkelingen zorgen ervoor dat kanker steeds meer een chronische ziekte
wordt. Bovendien nemen de behandelopties toe, met meer lange termijn gevolgen. Mensen
zullen als gevolg daarvan blijvende last ondervinden.
Eveneens een omstandigheid die, niet exclusief maar wel bij uitstek, geldt voor de Zeeuwse
regio, is de te verwachten druk op de reguliere zorg. Specifiek voor Zeeland is, het dreigende
tekort aan huisartsen en de direct daaraan gekoppelde druk op de eerstelijns zorg.
Zelfregie, samenwerking en participatie
Daarnaast wonen mensen steeds langer zelfstandig thuis, ook als ze met chronische
aandoeningen kampen. De beschutting van het verzorgingshuis valt weg. Eenzaamheid is
een steeds groter thema. De extramurale zorg neemt toe. Belangrijke speerpunten in het
rapport van de commissie Slenter over de toekomst van de zorg in Zeeland waren de
samenwerking tussen de verschillende zorgaanbieders en de toenemende zelfregie van de
patiënt.
Zeeland richt zich in de komende jaren op de ontwikkeling van integrale zorgcentra waarin
zorgaanbieders van de eerste en tweede lijn nauw samenwerken. Patiënten verblijven alleen
voor specialistische zorg in het ziekenhuis. Zoveel mogelijk moet opgelost worden in de
eerstelijns zorg. De decentralisatie van extramurale begeleiding naar de WMO legt de
verantwoordelijkheid voor het organiseren van allerlei vormen van ondersteuning bij de
gemeenten. Zelfredzaamheid en participatie zijn in dit beleid sleutelwoorden. De nadruk
hierbij ligt dus op zelfregie.
Ontmoeten in tijden van eenzaamheid en ondersteuning bij de gewenste zelfregie geeft de
informele zorg een belangrijke plaats in de (nabije) toekomst.


Bestaansrecht
Uit onderzoek, zowel landelijk als regionaal, blijkt dat een inloophuis voor zijn gasten een
belangrijke ondersteuning biedt. Het voorziet in een behoefte en het heeft positieve effecten. Het al in een vroeg stadium onderkennen en bespreekbaar maken van de impact van kanker voorkomt dat men later vastloopt. Lotgenotencontact, het delen van je eigen ervaringen met mensen die iets soortgelijks meemaken, werkt voor veel mensen bevrijdend.
En soms is het genoeg om met lotgenoten iets te doen, gewoon samen te zijn, zonder dat er
veel gesproken hoeft te worden. Activiteiten kunnen in deze behoefte voorzien. Belangrijk
hierin is dat een inloophuis op basis van gelijkwaardigheid ondersteuning biedt. Het is
vooralsnog geen therapeutische setting (hoewel er inloophuizen zijn waar dit aanbod ook
aanwezig is). Vrijwilligers van een inloophuis gaan uit van de eigen verantwoordelijkheid en
het vermogen tot zelfregie van hun gasten. In die zin onderscheidt Westerlicht zich van de reguliere hulpverlening. Westerlicht biedt voorzieningen met een andere, toegevoegde
waarde.

 Economisch rendement

Het huidig arsenaal aan oncologische behandelingen heeft als resultaat dat velen worden
genezen, en dat daar waar genezing helaas niet meer mogelijk is, toch een aanzienlijk
langere overleving met een acceptabele kwaliteit kan worden gerealiseerd.
De effecten van een ziekte met existentiële dreiging, een geheel gewijzigde realiteit tot en
met de gevolgen van de behandelingen geven echter een zware belasting voor lichaam en
geest. Vroege interventie en steun, zoals beoogd door de centra, kunnen klachten op
langere termijn (en daarmee zorgconsumptie in de overbelaste en dure formele 1e- en 2e-
lijns zorg) reduceren. Hoewel diepgaande economische analyses tot op heden ontbreken,
lijkt het in alle opzichten redelijk te veronderstellen dat de huizen een aanzienlijk nuttig
rendement leveren.

De waardering van inloophuizen
Het contact met lotgenoten, door ervaringen uit te wisselen of door samen dingen te doen,
helpt mensen in het verwerken van en omgaan met de ziekte. Het luisterend oor van vaak
ervaringsdeskundige vrijwilligers is hierin ook een belangrijk aspect. Mensen kunnen er hun
verhaal kwijt.
(Gezamenlijke) activiteiten, creatief of op het gebied van yoga of fitness geven steun bij het
omgaan met de ziekte.
De informatievoorziening door en vanuit de centra geeft mensen meer inzicht in hun
situatie en biedt steun bij het maken van de juiste keuzes
Ziekenhuizen, huisartsen, en contacten via social media zijn de belangrijkste “verwijzers”.

Veel van de onderzoeken naar effectiviteit, waardering en ook economisch rendement
vinden plaats door de landelijk branche organisatie IPSO (Instellingen Psychosociale
Oncologie) In recent onderzoek (Sinzer, 2020) blijkt dat 96 % van de gasten van centraeen
positief effect ervaart (85% meldt een verbeterd mentaal welbevinden) en dat 84 % hun
kwaliteit van leven verbeterd vindt door het bezoek aan het inloophuis. Dezelfde
percentages positieve bevindingen worden gemeld bij sociaal maatschappelijk functioneren
en totale effecten op positieve gezondheid.

Hoewel de centra met hun voorlichtende functie mensen attent maken op ander
zorgvormen, en gasten deze zorg ook bezoeken en gebruiken, wordt bij de genoemde
analyses een redelijke grond gevonden voor een berekening die een duidelijke besparing
geeft in zorgconsumptie bij huisarts, POH-GGZ, en psycholoog/psychotherapeut.
Hoewel deze, in enquêtes verkregen, gegevens niet de betekenis hebben van “ evidence
based medicine”, onderbouwen zij redelijkerwijs de aanname dat de functie van centra, in
aanvulling op de formele zorg, in een belangrijke behoefte voorziet en besparing in geld en
tijd oplevert voor de dure en zwaar belaste formele zorg (“De maatschappelijke waarde van
IPSO centra; www.ipso.nl)

 

Missie en visie
Missie
Laagdrempelig, huiselijk, gastvrij en zo dichtbij mogelijk een plek bieden aan mensen die te
maken hebben (gehad) met kanker en hun naasten. Een plek om binnen te lopen, een
verhaal te delen, een luisterend oor te vinden, informatie te ontvangen of bijvoorbeeld deel
te nemen aan een activiteit (creatief, fysiek, of voorlichtend) bijvoorbeeld betreffende
werkhervatting of gezond en lekker eten. Een plek waar de gast centraal staat en hem/haar
emotionele steun geboden wordt om hem/haar met behoud van eigen regie een zo goed
mogelijke kwaliteit van leven te laten vinden.


Visie
Het nagestreefde aanbod van zorg vereist meerdere, kleinschalige locaties. Deze
zijn sterk verbonden in stijl, uitstraling en onderlinge verbinding. Laagdrempelige
toegang met moderne communicatiemedia (bijv. social media) tot
gekwalificeerde vrijwilligers is gewenst. Groepsactiviteiten en persoonlijke
gesprekken zijn (evt. op afspraak) mogelijk. Het netwerk van voorzieningen zal
organisch groeien en ingevuld worden, zowel in voorzieningen als inhoudelijk:
“liever steeds een beetje te klein dan steeds veel te groot”.
Nauwe samenwerking met de eerste- en tweedelijns zorg is geboden, met een
nauwkeurige afstemming van taken en verantwoordelijkheden.
Een degelijk onderbouwde structurele financiering dient zo spoedig mogelijk, en
doorgaand, te worden bewerkstelligd. Binnen het raamplan Westerlicht worden
regionale deelplannen uitgewerkt.


Toelichting:
Rekening houdend met de geografie in de provincie Zeeland zal worden
gestreefd naar vestigingen op meerdere locaties.
Regio’s zoals Zeeuws-Vlaanderen en Schouwen-Duiveland zijn uitgestrekt en
dunbevolkt. Dit stelt speciale eisen aan de wijze waarop Westerlicht haar
activiteiten kan aanbieden. Dichtbij betekent kleinschalig en voor lage
bezoekersaantallen. Gestreefd wordt naar locaties met een redelijke gelijkheid in
uitstraling, toerusting en toegankelijkheid (“huisstijl en herkenbaarheid”). Een
hoogstaand systeem van verbinding tussen de locaties (beeldschermen)
vergemakkelijkt het bijwonen van activiteiten in een andere vestiging.
IPSO centra hebben een specifieke, op de oncologische groep gerichte,
uitstraling en identiteit. Dit verhindert in hoge mate het samengaan met andere
zorg, bijvoorbeeld voor andere vormen van chronische zorg. In de
omstandigheden van lage bevolkingsdichtheid en lage bezoekersaantallen, zal
wellicht naar pragmatische oplossingen moet worden gezocht.

 

De opstart
De huizen van Westerlicht dienen te voorzien in de behoeften op dit terrein. Mensen
kunnen er terecht voor een gesprek, lotgenoten ontmoeten of deelnemen aan een activiteit.
Zo mogelijk worden voorlichtingsbijeenkomsten of evenementen georganiseerd. Westerlicht
onderscheidt zich van andere voorzieningen in de zorg door de niet-therapeutische én de
niet-medische setting, daarin ligt de meerwaarde. Op gelijkwaardige basis bieden, veelal ervaringsdeskundige, getrainde vrijwilligers ondersteuning aan mensen die kampen met de
gevolgen van kanker. Dit alles maakt Westerlicht tot een waardevolle voorziening.
Westerlicht streeft ernaar om in de komende jaren ingebed te raken in de Zeeuwse
zorgstructuur als waardevolle aanvulling op en schakel in de oncologische zorg. De
verbinding met de formele, verzekerde zorg in eerste en tweede lijn wordt actief gezocht en uitgebouwd.

Ook mantelzorgers en naasten in bredere zin worden gesteund.
Ook op het vlak van re-integratie in het werk zullen interessante verbindingen met reeds
aanwezige regionale initiatieven worden gelegd. Creatieve activiteiten kunnen door hun
inspiratie de verwerking bevorderen.


De doorstart
Vrijwilligers die ondersteuning bieden aan mensen die direct of indirect te maken hebben
(gehad) met kanker dienen een degelijke basistraining te hebben doorlopen. In de
moeizame eindfase van Palazolli is de noodzakelijke training voor de nieuw aangetreden
vrijwilligers on hold gezet. Deze zal op relatief korte termijn moeten worden gerealiseerd
voor diegenen die nu als vrijwilligers aan de slag gaan. Overleg met de brancheorganisatie
IPSO zal hierover met voorrang worden geëntameerd.
Een gezonde geest in een gezond lichaam: in de huidige oncologische praktijk is veel
proactieve aandacht voor behoud van lichamelijke conditie. Een fit lichaam is beter in staat
de behandelingen te doorstaan en bevorderd herstel in de periode daarna. Westerlicht
streeft naar continueren en intensiveren van de bestaande samenwerking met paramedici
zoals fysiotherapeuten, diëtisten, etcetera.


Op dit moment is binnen Westerlicht een centrum concreet in opbouw in Middelburg,
wordt gewerkt aan de opstart van een centrum op Tholen en vindt een eerste overleg plaats
voor een centrum op Zuid Beveland. De situatie in Zeeuws Vlaanderen wordt door het
bestuur met zorg bezien. Relatie met de formele zorg zal geheel moeten worden opgebouwd
en overleg met groepen met gelijkgerichte ambities dient plaats te vinden. Westerlicht zal
hiertoe het initiatief nemen.


De bestaande informatievoorziening dient drastisch te worden uitgebouwd. Veel informatie
kan op het internet worden teruggevonden, maar de ordening en praktische waarde is soms moeilijk te doorzien. Coaching bij de zoektocht naar voorlichting kan van grote waarde zijn,
en Westerlicht kan hier een belangrijke positie innemen.

 Organisatie en medewerkers

Professionalisering en uitbreiding
Een heldere organisatiestructuur draagt bij aan het goed functioneren van Westerlicht.
Professionalisering en uitbreiding zijn nodig om kwaliteit en continuïteit te kunnen bieden.
Vanuit deze visie zal het bestuur worden uitgebreid en zal op termijn een professionele
coördinator dienen te worden aangesteld. Bij de werving van bestuursleden zal, naast
ervaring en competenties, ook de regionale spreiding een rol spelen.


De sterke geografische spreiding maakt het aantrekkelijk binnen het bestuur te komen tot
een traditionele functieverdeling conform de statuten (voorzitter, secretaris,
penningmeester etcetera), maar ook tot een regiogebonden taakverdeling (Zeeuws-
Vlaanderen, Walcheren/Bevelanden, en Tholen/Schouwen-Duiveland) alsmede een
thematische verdeling van taken en verantwoordelijkheden (fondsenwerving,
communicatie, aansturing medewerkers etcetera).
Een matrixmodel zal in deze binnen het bestuur moeten worden opgesteld.


Verbinding
In de toekomst is er binnen Westerlicht veel aandacht voor de onderlinge verbinding, wat
ook naar buiten toe op een positieve manier uitstraalt.
1/Verbinding binnen het bestuur van een stichting met een provinciale actieradius,
2/ verbinding met de regionale vertegenwoordigers van eerste en tweede lijn, aangezien
bijvoorbeeld met meerdere ziekenhuisorganisaties moet worden afgestemd.
3/ verbinding met locale en regionale overheden en ondersteuners.


En….
4/ verbinding tussen de groepen vrijwilligers, hun motivaties, ervaringen en ideeën.
Coördinator
Een organisatie met een provincie-brede actieradius moet professioneel aangestuurd
worden. Daartoe dient een coördinator aangesteld. Dit is een betaalde functie. Deze
coördinator is een schakel, een communicatieve figuur, iemand die in staat is tot
samenwerking, zowel intern naar de vrijwilligers en bestuur, als extern. Iemand die de
vrijwilligers kan aansturen en motiveren. Iemand die actief de interactie met relevante
partijen zoekt en onderhoudt.
N.B. Probleem bij de functie is uiteraard de structurele financiering.

Binnen het bestuur zal op dit punt een discussie moeten worden gevoerd en beleid ontworpen. Van belang is te
bedenken dat op diverse plaatsen in den lande professionele ondersteuning van deze soort
door ziekenhuizen wordt geleverd.


Scholing
Wat betreft de scholing van de medewerkers wordt uitgegaan van de kwaliteitsnormen van
IPSO.

 

IPSO:
Op korte termijn zal contact worden gezocht met IPSO (zie boven). Niet alleen zal het starten
van Westerlicht worden besproken en zal steun worden gezocht bij de verdere ontwikkeling
van de organisatie, ook zal de overgang van Palazzoli naar Westerlicht (moeten)worden
toegelicht. Zoals boven vermeld is starten van de basistraining een krachtig argument dit
z.s.m. aan te pakken.
Doelgroep
De Westerlicht inloophuizen zijn er in eerste instantie voor iedereen die met kanker wordt
geconfronteerd. Dat zijn zowel mensen die zelf met kanker te maken hebben, of hebben
gehad, als hun naasten. In de praktijk komt het al voor dat ook anderen gebruik maken van
het zorgaanbod van de inloophuizen. Dan gaat het om mensen die ernstig of chronisch ziek zijn, of die met rouw te maken hebben.
Zowel wat betreft het zorgaanbod als wat betreft het vaststellen van de doelgroep moet een
bestuurlijk standpunt worden vastgesteld. Naar analogie van het eerder beschrevene is een
organisch groeimodel te verkiezen boven een al te brede start. De basis van de activiteiten is principieel vraaggestuurd!


Activiteiten.
Concreet richt Westerlicht zich op het (verder) ontwikkelen van het volgende aanbod:
• Lotgenotencontact, incidenteel aan de hand van een thema of als groepsbijeenkomsten
verspreid over een bepaalde periode
• Individuele gesprekken op afspraak.
• Vrije inloop voor gesprek, voorlichting of ontspanning en gezelligheid.
• Activiteiten: op creatief vlak (schilderen, mandala tekenen, tekenen voor volwassenen),
koken, wandelen, yoga, ontspanning, meditatie.
• Voorlichtingsbijeenkomsten (bijvoorbeeld over leven met een stoma),
themabijeenkomsten (bijvoorbeeld over vermoeidheid na kanker), lezingen.
• Schakelfunctie tussen de zorgvoorzieningen in eerste en tweede lijn, en paramedische
zorg.

 

Vergoeding
Om de drempel zo laag mogelijk te houden, zal voor het meeste aanbod aan gasten een
minimale vergoeding worden gevraagd. Het gaat dan om een bijdrage aan bijvoorbeeld
materiaalkosten. Deze vergoeding is niet kostendekkend voor de geboden voorziening.
Hierin kan eventueel gevarieerd worden.


Het bestuur zal in samenwerking met de coördinator en vrijwilligers verdere invulling geven aan het aanbod en de frequentie. Daarbij zal worden aangesloten op de vraag en op de
ontwikkelingen in de zorg.
Locatie
De ideale locatie van een Westerlicht inloophuis is een plaats die gemakkelijk bereikbaar is, voldoende parkeergelegenheid biedt, rustig gelegen met wandelmogelijkheden, in een
natuurlijke omgeving.
De inrichting heeft een herkenbare huisstijl, warm en uitnodigend en biedt ruimte aan
vertrouwelijke gesprekken, groepsactiviteiten, vergaderingen en bijeenkomsten met grotere
groepen. Er zijn mogelijkheden tot projectie voor voordrachten en er zijn voldoende grote
online beeldschermen om aan activiteiten op andere locaties actief deel te nemen.


Echter:
Het is duidelijk een onmogelijke opgave om dit als startsituatie te ontwerpen.
Zelfs op langere termijn zal moeten worden gezocht naar relatief bescheiden accomodaties,
met een beperkt bezoek door gasten uit de doelgroep.
Wat is de verbindende huisstijl, en wat is de bandbreedte tot “couleur locale”?
In de uitgangssituatie zijn er twee vaste gegevens:
1/In Middelburg is een nieuwe vestiging in opbouw, gehuurd, welke op dit moment door
vrijwilligers wordt ingericht en aangekleed. Uitgangspunt is dat deze plek zich in de komende
twee jaar zal moeten ontwikkelen en bewijzen.
2/ in Zeeuws-Vlaanderen resteert een bescheiden accommodatie in Hulst, over het hoe en
wat waarvan zal moeten worden besloten. Een aantal factoren zal in deze afweging worden
betrokken: loyaliteit van de eerdere vrijwilligers met de nieuwe organisatie,
samenwerkingsafspraken met ziekenhuis ZorgSaam, mogelijkheden west Zeeuws-
Vlaanderen etcetera.
Voor het geheel van inloophuizen Westerlicht zal moeten worden gezocht naar maatwerk
per regio. Is er een vestiging ziekenhuis?? Wat is de bevolkingsdichtheid en waar liggen de woonkernen??
Voor de discussie die in het bestuur zal moeten worden gevoerd kan goed gebruik worden gemaakt van het overzicht van modellen zoals bekend bij IPSO, niet alleen voor wat betreft de operationele aspecten en afstemming met bijvoorbeeld ziekenhuizen, maar ook om te bezien in hoeverre ondersteuning (bijvoorbeeld met ruimte en management) door partners
mogelijk is.

 

Communicatie en publiciteit: naamsbekendheid en verwijzers
Interne en externe communicatie
Communicatie is een belangrijk speerpunt in het beleid van Westerlicht, zowel intern als
extern.
Intern speelt communicatie allereerst een grote rol bij de relatief geïsoleerd gelegen
vestigingen en hun medewerkers/vrijwilligers.
Vervolgens is het bereiken van de doelgroep uiteraard van het grootste belang. Een duidelijk
aanwezigheid online, en het gebruik van social media is in de huidige tijd onontbeerlijk.Ook
bij de koppeling van de diverse locaties bij activiteiten is dit van groot belang.
Communicatie naar extern speelt in de samenwerking met eerste en tweede lijn,overheid,
lokale en regionale media, en verdere stakeholders zoals sponsoren en ondersteuners
anderszins.
(Semi-) professioneel beheer van website etcetera is van groot belang.


PR & communicatieplan
De publiciteit dient op professionele wijze te worden aangepakt. Er komt een PR &
communicatieplan waarin beschreven zal worden op welke wijze de communicatie en
publiciteit vorm gaan krijgen. Behalve persoonlijk contact, zal onderzocht worden welke van
de gebruikelijke en bestaande informatiekanalen (website, facebookpagina, krant,
reclamespotjes op t.v. en radio, foldermateriaal en posters, nieuwsbrieven) ingezet kunnen
worden. Ondersteund door een bestuurslid met PR & communicatie als aandachtsgebied
zullen de coördinator en een aantal vrijwilligers verenigd in een werkgroep communicatie
uitvoering geven aan het communicatieplan.


Financiën:
Alle wensen en voornemens staan of vallen met een financiële onderbouwing. Bij het
ontbreken van een solide financiële basis voor de inloophuizen dient alle aandacht uit te gaan naar fondsenwerving.
Voor de bestaande situatie wordt verwezen naar het financieel jaarverslag.


Bij fondsenwerving valt te denken aan:
Provincie
Gemeenten
Serviceclubs
BZ’en (Muziek, artiesten, koks, Quote 500’ers)